Bandoneonist, orkestleider en componist.
Geboren 10 oktober 1902 Bianco Acosta, Pedro (La Boca, Buenos Aires)
Overleden 7 juli 1972 (Buenos Aires)
Gepubliceerd 31 oktober 2023
Inleiding
Pedro Laurenz werd in een muzikale familie geboren in de wijk La Boca. Als jongeling woonde hij in de wijk Villa Crespo. Compadritos [1] en malevos [2] leefden er samen met Spaanse, Italiaanse, Joodse, Arabische en Turkse immigranten.
Hij ontwikkelde een geweldige techniek met de bandoneon, gebruikte beide handen onafhankelijk en produceerde zo een een briljante klank, energiek en met een heftige frasering.
Laurenz maakte deel van het beroemde sextet van Julio de Caro. In de Gouden Jaren van de tango leidde hij tussen 1934 en 1953 een orkest waarin zanger Alberto Podestá opviel.
[1] en [2]
[1] De compadritos waren een kruising van Italiaanse migranten en creoolse plattelandsbevolking. Ze behoorden tot de tweede generatie migranten. In tegenstelling tot hun hardwerkende ouders die aan tradities vasthielden, zochten ze hun eigen weg, kleedden zich als gaucho’s en namen hun taal en omgangsvormen over.
[2] De malevos waren de mensen met slechte bedoelingen, de bedriegers, ruziemakers, pooiers …
Muzikale Carrière
Pedro Laurenz leerde aanvankelijk viool. Van 1917 tot 1920 verbleef hij in Montevideo waar hij door de bandoneon gefascineerd geraakte naar het voorbeeld van zijn broer Eustaquio. Een van zijn eerste optredens was daar samen met violisten Edgardo Donato en Roberto Zerrillo [3]. Hij was er ook actief in het orkest van Eduardo Arolas. [4] In 1923 speelde hij in café ABC bij het sextet van Roberto Goyheneche [5], niet de zanger maar een pianist met bijna dezelfde naam.
Julio De Caro nam Laurenz in 1925 als vervanger van Luis Petrucelli aan. Aanvankelijk had Laurenz het moeilijk om als tweede bandoneonist te spelen, Pedro Maffia schitterde toen als eerste. Uiteindelijk vonden ze elkaar en trokken samen de studio in om duetten op te nemen.
In 1926 vertrok Maffia bij De Caro om zelf een orkest op te richten. Laurenz werd toen eerste bandoneonist en bleef bij De Caro tot 1934.
‘Buen amigo’ (componist Julio De Caro) Pedro Laurenz en Pedro Maffia 1925 beluister
[3] – [5]
[3] Meer over Donato en Zerrillo op deze link.
[4] Eduardo Arolas geboren als Arolas, Lorenzo 24 februari 1892 (Buenos Aires) – overleden 29 september 1924 (Parijs). Hij was bandoneonspeler, orkestleider en componist. Zijn bijnaam was El Tigre del Bandoneón. Hij componeerde onder meer ‘Derecho viejo’ en ‘El Marne’.
[5] Roberto Emilio Goyheneche geboren 23 oktober 1898 (Buenos Aires) – overleden 22 april 1925 (Buenos Aires) was een pianist en componist. Kort voor zijn dood richtte hij een sextet op.
Orquesta Típica Pedro Laurenz
Na die uitstekende periode bij De Caro richtte Laurenz in 1934 zijn eigen orkest op, alsof hij aanvoelde dat de instrumentale tango een nieuwe stijl nodig had. Alle muzikanten kwamen over van De Caro behalve de pianist. Dat werd al was het voor korte tijd, Osvaldo Pugliese.
In juli 1937 werd hun eerste plaat met ‘Milonga de mis amores’ en ‘Enamorao’ geperst.
‘Milonga de mis amores’ (M) 1937 beluister
‘Enamorao’ (Ranchera) canta Héctor Farrel 1937 beluister
Het orkest kende verschillende bezettingen door de jaren heen.
Hoewel hij zangers van kwaliteit had zoals Juan Carlos Casas, Carlos Bermúdez of Jorge Linares, was geen van hen, met uitzondering van Alberto Podestá erg populair, wat het succes van het orkest beperkte. In 1953 ontbond hij zijn orkest.
‘Veinticuatro de agosto’ canta Alberto Podestá 1943-04-16 beluister
‘Mendocina’ (V) (Miguel Bruno) cantan Carlos Bermúdez en Jorge Linares 1944-12-19 beluister
Hij trad toe tot het Quinteto Real dat in 1959 door Horacio Salgán [6] werd opgericht. De eerste bezetting bestond uit pianist Salgán, bandoneonist Pedro Laurenz, violist Enrique Francini, gitarist Ubaldo De Lío en contrabassist Rafael Ferro.
In de jaren ’60 naam hij nog een plaat op met een kwintet en in 1970 trad hij in New York op met een kwartet.
‘Mal de amores’ Quinteto Real 1960 beluister
‘Risa loca’ Quinteto Pedro Laurenz 1966 beluister
[6]
[6] Horacio Adolfo Salgán geboren 15 juni 1919 (Buenos Aires) – overleden 19 augustus 2016 (Buenos Aires) was pianist, orkestleider en componist.
Pedro Laurenz als componist
Hij componeerde onder andere de tango’s ‘Como dos extraños’ , ‘De puro guapo’ , ‘Berretín’ , ‘Es mejor perdonar’ , ‘Mal de amores’ , ‘Risa loca’ , ‘Vieja amiga’ , ‘veinticuatro de agosto’ de milonga ‘Milonga de mis amores’ en de ranchera ‘Enamorado’.
Hij schreef ‘Mala junta’ en ‘Orgullo criollo’ in samenwerking met Julio De Caro en ’Amurado’ met Pedro Maffia.
‘De puro guapo’ tekst van Manuel Meaños, canta Juan Carlos Casas 1940-01-25 beluister
‘Es mejor perdonar’ tekst van José María Contursi, canta Alberto Campo 1942-03-31 beluister
‘Patria mía’ tekst van Héctor Marcó, canta Alberto Podestá 1943-07-15 beluister