Home » Carillón de la Merced

Carillón de la Merced

Tango 1931
Componist: Enrique Santos Discépolo
Tekstschrijvers: Alfredo Le Pera en Enrique Santos Discépolo


Gepubliceerd 20 juli 2023

‘Carillón de la Merced’ is in 1928 ontstaan toen Enrique Santos Discépolo [1] samen met Alfredo Le Pera [2] met een theatergroep in Santiago de Chile verbleef. Ze sliepen in een hotel tegenover de Basilica de la Merced. Op een ochtend hoorden ze de klanken van de beiaard. Ze vonden de melodie zo mooi dat ze besloten er een tango van te maken. Discépolo schreef de muziek en Le Pera de tekst.

[1] Enrique Santos Discépolo, geboren 27 maart 1901 (Buenos Aires) – overleden 23 december 1951 (Buenos Aires). Hij was dichter, componist, acteur en schrijver van theaterstukken.
[2] Alfredo Le Pera, geboren 7 juni 1900 (São Paulo, Brazilië) – overleden 24 juni 1935 (Medellín, Colombia). Hij was dichter, schrijver, journalist en scenarist.

Discépolo’s vrouw Tania oogstte in 1931 veel succes met de première van het lied in het Victoria Theater in Santiago. Datzelfde jaar nam Orquesta Típica Victor de tango op met zanger Ernesto Famá.

Tekst

De tekst van het lied is mysterieus. In Santiago de Chile hoort de verteller bij toeval de beiaard van de Merced-basiliek luiden. Haar klank ontroert hem zodanig dat hij met weemoed aan zijn geliefde terugdenkt. Zijn hunkering is een geheim dat in zijn hoofd blijft rondtollen net zoals de beiaardklokken. Aan het eind van het lied hoopt hij zijn verdriet achter te kunnen laten.

Carillón de la Merced (Beiaard van barmhartigheid)

Yo no sé por qué extraña
razón te encontré,
Carillón de Santiago
que está en la Merced,
con tu voz inmutable,
la voz de mi andar,
de viajero incurable
que quiere olvidar.
Milagro peregrino
que un llanto combinó.
Tu canto, como yo,
se cansa de vivir
y rueda sin saber
dónde morir...
Penetraste el secreto
de mi corazón,
porque oyendo tu son
la nombré sin querer.
Y es así como hoy sabes
quién era y quién fue,
¡la que busco llorando
y... que no encontraré!
Mi vieja confidencia
te dejo, Carillón.
Se queda en un tañir,
y al volver a partir
me llevo tu emoción
como un adiós.
Ik weet niet om welke vreemde
reden ik je ben tegengekomen,
beiaard van Santiago
daar in de buurt van Merced.
Met je onveranderlijke stem
klinken mijn omzwervingen
van ongeneeslijk reiziger
die wil vergeten.
Pelgrimswonder
in tranen gedrenkt.
Je zang, net als ik,
wordt levensmoe
je gaat maar door zonder te weten
waar te sterven …
Je ontsluierde het geheim
van mijn hart,
want door je klank te horen
zei ik zonder te willen haar naam.
En zo is het nu je weet
wie zij was en is geweest,
zij die ik huilend zoek,
en… niet zal vinden!
Mijn oude geheim
laat ik bij jou, beiaard.
Het blijft er nagalmen,
en alweer vertrekkend
neem ik je ontroering
als vaarwel mee.

Home Terug naar Inhoud Start

Versies

Alberto Castellano canta Tania 1931 beluister
Canta Alberto Gómez con orquesta 1931-04-01 beluister
Orquesta Típica Victor estribillo Ernesto Famá 1931-06-09 beluister
Osvaldo Fresedo estribillo Teófilo Ibáñez 1931-07-07 beluister
Pedro Maffia estribillo Francisco Fiorentino 1931-08-27 beluister
Canta Ignacio Corsini con guitarras 1931-09-04 beluister
Roberto Firpo canta Principe Azul 1931-09-17 beluister

Vervolg uitgebreide lijst op volgende bladzijde

Home Terug naar Inhoud Start

Pagina’s: 1 2