Pianist, dirigent en componist.
Geboren als Lomuto, Francisco Juan 24 november 1893 (Buenos Aires). Bijnaam: Pancho Laguna.
Overleden 23 december 1950 (Tortiguitas prov. Buenos Aires).
- De familie Lomuto
- Muzikale loopbaan
- Orquesta Típica Francisco Lomuto
- Francisco Canaro
- Francisco Lomuto als componist
Gepubliceerd 18 december 2024
De familie Lomuto
Francisco Lomuto was de oudste zoon van Italiaanse migranten. Rosalía (madre) Narducci was Napolitaanse en werd pianiste. Víctor (padre) Lomuto, geboren in Calabrië, speelde viool. In de jaren ’80 van de 19de eeuw arriveerden ze in Buenos Aires. In 1888 trouwden ze en vestigden zich in de buurt van Parque de los Patricios. Het gezin telde tien kinderen: Angela, Francisco zelf, Elvira, Victor (hijo), Oscar, Rosalia (hija), Enrique, Blas, Héctor en volgens de ene bron nog een meisje, volgens de andere een jongen Pascual.
Van zijn moeder kreeg hij de eerste muzieklessen. Zijn broers hielden zich ook bezig met muziek:
Víctor (hijo) speelde bandoneon en gitaar, reisde naar Europa en speelde met Eduardo Arolas, Manuel Pizarro en in het orkest van Bianco-Bachicha.
Enrique was pianist en de eerste in de familie om voor publiek op te treden. Hij vormde een eigen orkest en nam verschillende platen op. Hij was de vader van bandoneonist, auteur en arrangeur Daniel Lomuto.
Héctor ging een andere richting uit en vormde het gezelschap Héctor y su Jazz. Hij speelde lange tijd voor de radio, op ontelbare bals en realiseerde veel opnames.
Een vierde broer Oscar was journalist en schreef enkele tangoteksten zoals ‘Nunca más’ een tango die Francisco componeerde.
Het was moeder Rosalia die al haar kinderen de eerste beginselen van de muziek bijbracht. Francisco vervolgde pianostudies aan het conservatorium.
Muzikale loopbaan
Francisco Lomuto was pianist bij verschillende gezelschappen zoals in 1916 bij een kwartet met bandoneonist Pedro Maffia en violisten Domingo Petillo en Bernardo Germino in Café Monterrey. Toen zijn vader stierf, verliet hij even de muziekwereld om als telegrafist bij Pacific Railway te werken en zo mee in het levensonderhoud van de familie te zorgen.
Zelf wou hij ook een orkest oprichten maar wilde dat het op punt stond. Daarom ging hij te rade bij zijn vriend Francisco Canaro. Die nam hem als “barato” in zijn orkest op wat betekende dat hij als stagiaire mocht meespelen. Na een tijdje hield hij het voor bekeken en begon met zijn broer Enrique, die armonica speelde, op te treden. Het duo kwam vaak aan bod op Radio Sudamericana, een van de eerste radiostations.
In 1922 vormde hij een sextet waarmee hij op het cruiseschip Cap Polonio optrad. Het Sexteto bestond uit bandoneonisten Manuel Pizarro en Pedro Polito, violisten Agesilao Ferrazzano, Miguel Tanga en Echeverri. Een jaar later trad hij op met een andere bezetting onder leiding van Pedro Maffia. Datzelfde jaar nog vormde hij een pianoduo met Héctor Quesada.
Orquesta Típica Francisco Lomuto
Lomuto stichtte in 1923 zijn eerste orkest en maakte er een jaar later zijn eerste opnames mee. Het pianowerk liet hij over aan broer Enrique. Zelf nam hij van toen af het dirigeerstokje in de hand. Voor de opnames werd een beroep gedaan op bandoneonist Ricardo Brignolo, violist Eduardo Armani, bandoneonist Minotto Di Cicco en de pianist Alberto Castellanos.
Toen Max Glücksmann in 1924 een tangowedstrijd uitschreef, werd Lomuto tweede. Zijn tango ‘Pa’ que te acordés’ op tekst van Andrés Lorenzo Seitún nam hij later met zanger Charlo op.
- ‘Pa’ que te acordes’ canta Charlo 1928-12-10 beluister
Hij dirigeerde 2 orkesten in het voorjaar van 1925: een om de carnavalvieringen in het theater Ópera te verzorgen en een voor zijn optredens in het Pabellón de las Rosas in Club Mar del Plata, een van de iconische plekken waar tango door de hogere kringen werd gedanst.
Bandoneonist Daniel Álvarez
In 1926 volgde de 16-jarige bandoneonist Daniel Álvarez, alias Sardina, Ricardo Brignolo op. Dankzij hem kreeg het orkest een persoonlijke uitstraling en meer ritme. Met ‘Cachadora’ behaalde ze succes. Muziek en tekst waren van Francisco zelf onder het pseudoniem Pancho Laguna.
- ‘Cachadora’ Francisco Lomuto, zang Charlo 1928 beluister
Bandoneonist Martín Darré
Martín Darré verving in 1933 Daniel Álvarez die zijn eigen orkest had opgericht. Als arrangeur zorgde Darré voor een betere integratie van alle muzikanten.
Intussen had Fernando Díaz de plek van zanger Charlo (die later nog wel terugkeert) ingenomen en in 1935 debuteerde Jorge Omar tijdens een auditie die simultaan door drie radiozenders werd uitgezonden. Omar klonk goed in duo met Fernando Díaz en viel op met zijn expresieve soberheid en half-intieme toon. Soms zongen ook Dinah Lang (marchas) en Cerry Brian mee.
- ‘Caminito’ Francisco Lomuto, zang Cerry Brian en Jorge Omar 1935 beluister
- ‘Una puerta y una ventana’ (marcha) Francisco Lomuto, zang Dinah Lang 1936 beluister
- ‘El día que te fuiste’ (V) Francisco Lomuto, zang Fernando Diaz en Jorge Omar 1940 beluister
Het orkest bleef verschillende jaren actief en veranderde geregeld van bezetting. Vanaf 1943 waren Carlos Galarce, Alberto Rivera en Miguel Montero de zangers van dienst.
De laatste rondes
In 1947 toerde Lomuto door Spanje met zangeres Chola Luna, jammer genoeg werden er geen opnames gemaakt. Eens terug in Buenos Aires stelde hij een orkest samen dat als zijn beste wordt beschouwd en waarmee hij in 1949 in Brazilië optrad. Persoonlijk mis ik de blaasinstrumenten.
Nadien hervatte Lomuto zijn opnames met een nieuwe versie van ‘Muñequita’. Zijn laatste opname ‘Tarde’ en ‘Alma en pena’ maakte hij in oktober 1950. op 23 december van datzelfde jaar overleed hij plotseling.
- ‘Muñequita’ canta Miguel Montero 1949-10-06 beluister
Francisco Lomuto realiseerde tussen 1922 en 1950 meer dan 950 opnames. Zijn orkest was een vaste waarde. Met zijn eenvoudige stijl en gemakkelijk ritme is de muziek uitermate geschikt om op te dansen. De meeste nummers onderscheiden zich door de voorlaatste noot te beklemtonen, klinkend als “POOM pm” in plaats van “pom POM” zoals bij de meeste ander orkesten.
Francisco Canaro
Francisco Canaro en Franscisco Lomuto waren goed bevriend. Beide zetten zich in voor de rechten van schrijvers en componisten en richtten het SADIAC, een soort SABAM op.
Lomuto ging bij Canaro te rade die 5 jaar ouder was alvorens zelf een orkest op te richten. Charlo zong in beide orkesten.
In navolging van Canaro liet hij zich door jazz beïnvloeden. Hij voegde andere instrumenten toe zoals een pistón, saxofoon, trompet of klarinet, de zogenaamde “sección cañerías”.
In de jaren ’30 werkten ze allebei in het theater om muzikale komedies te begeleiden. En benevens Canaro belandde ook Lomuto even in de filmwereld. ‘Melgarejo’ (1937) voerde zijn tango ‘No cantes ese tango’ op en ‘La rubia del camino’ (1938) betekende de premiere van ‘La canción del camino’ en ‘Muchachita de campo’.
Van links naar rechts: Julio De Caro, Francisco Canaro en Francisco Lomuto.
Francisco Lomuto als componist
Op zijn 13de componeerde Lomuto zijn eerste tango: ‘El 606’ wat refereerde aan het medicament Salvarsán ter behandeling van geslachtsziekten.
- ‘EL 606’ onbekende uitvoerder beluister
Als jongeling speelde hij in Casa de la Música nummers die klanten aanvroegen. Zijn eerste tango werd een succes wat hem aanzette tot meer componeren. Heel wat van zijn composities zijn ook door andere orkesten uitgebracht waaronder dat van Canaro en Roberto Firpo.
Het echte succes kwam pas met ‘Muñequita’ op tekst van Adolfo Herscheld. De tango werd in 1918 in het theater door de bekende actrice María Luisa Notar [1] uitgevoerd.
Francisco Lomuto componeerde een 80-tal nummers waarvan hij er 19 van een tekst voorzag.
- ‘Muñequita’ instrumentaal 1927 beluister cantan Alberto Hilarion Acuña y Fernando Díaz 1931-09-03 beluister canta Miguel Montero 1949-10-06 beluister
[1]
María Louisa Notar (1898 BA – 1868) was een Argentijnse actrice en tangozangeres, zus van Raquel Notar en dochter van Ortilia Rico, beiden ook actrices
Lijst composities Francisco Lomuto op volgende bladzijde.