Home » Osvaldo Fresedo

Osvaldo Fresedo

Bandoneonspeler, componist en orkestleider.
Geboren 5 mei 1897 Fresedo, Osvaldo Nicolás (Buenos Aires) – bijnaam: El Pibe de La Paternal.
Overleden 18 november 1984 (Martínez, prov. Buenos Aires).

Inleiding

Osvaldo Fresedo was de zoon van Clotilde García en Nicolas Fresedo, een welstellend commersant. Zijn moeder gaf hem de eerste muziek- en pianolessen hopend dat hij klassieke muziek ging spelen.
Alhoewel ze rijk waren, ging de familie op Osvaldo’s tiende in de wijk La Paternal, een eenvoudige volkswijk wonen. Daar raakte hij gepassioneerd door de bandoneon en leerde het instrument bespelen.
Hij zou later een heel traject afleggen en voor meer dan 1250 opnamen gespreid over 63 jaren instaan.

HomeTerug naar InhoudStart

Muzikale Loopbaan

In 1912 maakte hij zijn debuut in korte broek, samen met zijn oudere broer, violist Emilio en een gitarist. Ze traden op feestjes en in café’s in de buurt op waar hij zijn bijnaam El Pibe de La Paternal kreeg.
Hij speelde in verschillende ensembles, meestal trio’s met onder anderen violist Francisco Canaro, contrabassist Leopoldo Thompson en gitarist José Ricardo (die later nog Carlos Gardel begeleidde).

‘Amoniaco’ Orquesta Típica V. Loduca (a dos bandoneones: Loduca – Fresedo) 1917 beluister

Osvaldo Fresedo speelde in 1917 in een groot carnavalsorkest van Roberto Firpo en Francisco Canaro. Het jaar erop richtte hij zijn eerste eigen kwintet op met violisten Julio De Caro en Juan Koller, pianist José María Rizzuti en contrabassist Hugo Ricardo Baralis. Wat later kwam bandoneonspeler Pedro Maffia ook bij hem spelen.

Platenmaatschappij Victor bood bij gebrek aan opnamestudio’s Fresedo aan om in New York te gaan werken. In 1921 reisde Fresedo samen met violist Tito Roccatagliata en pianist Enrique Delfino erheen om samen met lokale muzikanten een 50-tal nummers onder de naam Orquesta Típica Select op te nemen. Bandoneonist Pedro Polito nam tijdelijk de leiding over van het sextet dat “thuis” bleef.

HomeTerug naar InhoudStart

Muzikale accenten

Bij zijn terugkeer naar Buenos Aires hervormde hij zijn sextet en werd zijn karakteristieke elegante stijl herkenbaar. De bezetting zou voortdurend veranderen en uitbreiden.
Begin jaren ’20 was Fresedo samen met andere jonge musici zoals Julio De Caro en Juan Carlos Cobián een vernieuwer van de tango. Zijn stijl werd verfijnder en dat luidde het tijdperk van de Guardia Nueva [1] in.

Carlos Gardel nam met hem twee nummers op: ‘Perdón, viejita’ en ‘Fea’.
‘Fea’ Carlos Gardel met orkest van Osvaldo Fresedo 1925 beluister

Osvaldo Fresedo was populair bij de hogere klasse door zijn delicate melodieuze muziek. Bovendien vermeed hij Lunfardo, de volkstaal. Zo bracht hij de tango op hun galafeestjes.
In 1927 hield hij wel tot 5 ensembles draaiende en moest voortdurend voyageren tussen de verschillende locaties om overal acte de présence te geven. Een van die orkesten werd gedirigeerd door Carlos Di Sarli, in een ander speelde bandoneonist Miguel Caló. Zowel Di Sarli als Caló lieten zich door Fresedo inspireren en boekten later succes met hun eigen orkest.

Osvaldo Fresedo in gezelschap

Foto: Osvaldo Fresedo en Francisco Canaro (staand), José Razzano, Aníbal Troilo en Enrique Santos Discépolo (zittend)

[1]

[1] De Guardia Nueva was een periode van vernieuwing rond de jaren ’20. Het is de intrede van de tango-cancion met Carlos Gardel als voorbeeld. De tango werd verfijnder. De musici waren in tegenstelling tot vroeger academisch opgeleid. Mede door radio en gesproken film werd de tango internationaal bekend. Het zal leiden tot De Gouden Jaren.

HomeTerug naar InhoudStart

Vibrafoon, drums en harp

Osvaldo Fresedo reisde eind jaren ’20 naar Parijs en New York. Op vraag van radiostation NBC ging hij in 1934 voor de derde maal naar New York, deze keer zonder muzikanten om er the New York Philharmonic Orchestra op bandoneon te begeleiden.
Het jaar daarop voegde hij vibrafoon, harp en drums aan zijn orkest toe. Hij had al met drums en sax geëxperimenteerd en zou nog andere instrumenten introduceren. Osvaldo trad in november 1935 bij de opening van Radio El Mundo (LR1) op. De bandoneon ging in die periode aan de kant zodat hij zich volledig op het dirigeerwerk kon richten.

‘Cordobesita’ canta Roberto Ray 1933 beluister
‘Sueño azul’ canta Roberto Ray 1937 beluister
‘Por qué’ canta Oscar Serpa 1943 beluister
‘Trenzas de ocho’ canta Carlos Barrio 1955 beluister

Het orkest werd almaar groter en heel wat topmusici passeerden zoals bandoneonspeler Luis Petrucelli en violisten Elvino Vardaro en Enrique Francini. Fresedo vond zangers die pasten bij zijn stijl, onder anderen Roberto Ray, Ricardo Ruiz, Oscar Serpa, Osvaldo Cordó, Armando Garrido en Héctor Pacheco.

Na gezondheidsproblemen stopt Osvaldo Fresedo in 1970 met zijn orkest maar keert in 1979 toch nog terug naar de studio met maar liefst 24 muzikanten. Roberto Pansera die in 1950 als 18-jarige in zijn orkest kwam spelen, werd de arrangeur.

‘Yo soy’ canta Argentino Ledesma 1980 beluister

HomeTerug naar InhoudStart

Osvaldo Fresedo als componist

‘El espiante’ was in 1914 zijn eerste compositie. Zijn bekendste werken zijn ‘El Once (A divertirse)’ en ‘Vida mía’ met tekst van zijn broer Emilio.

‘El espiante’ instrumentaal 1927 beluister
‘El once (A divertirse)’ tekst Emilio Fresedo, canta Teófilo Ibañez 1931 beluister
‘Vida mía’ tekst Emilio Fresedo, canta Roberto Ray 1933 beluister

HomeTerug naar InhoudStart

Eerbetoon aan Osvaldo Fresedo

Carlos Di Sarli componeerde in 1926 ’Milonguero viejo’ met tekst van Enrique Carrera Sotelo. Di Sarli zette het nummer instrumentaal 4 keer op plaat: in 1940, 1944, 1951 en 1955. Gezongen versies zijn er van Osvaldo Fresedo zelf met Ernesto Famá en Juan Maglio met Carlos Viván.

‘Milonguero viejo’ Osvaldo Fresedo canta Ernesto Famá 1928 beluister
‘Milonguero viejo’ Juan Maglio canta Carlos Viván beluister

HomeTerug naar InhoudStart