Bandoneonspeler, orkestleider en componist.
Geboren 8 maart 1901, Rodríguez, Enrique Aquilino. Pseudoniem: Luis María Meca.
Overleden 4 september 1971.
gepubliceerd 9 mei 2024
Muzikale loopbaan
Enrique Rodríguez begon zijn carrière als bandoneonspeler samen met een pianist in de bioscoop. Hij zou wat men later het orquesta de todos los ritmos noemde, oprichten, tot genoegen van de enen en ongenoegen van de anderen. Rodríguez werd zowel populair in zijn thuisland als in de rest van Zuid-Amerika.
Hij speelde ook in kleine ensembles voor de radio en sporadisch voor onder meer Juan Maglio, Juan Canaro en Ricardo Brignolo.
In 1926 trad hij in het sexteto van Joaquín Mora op. Via via kwam hij voor korte tijd bij Edgardo Donato terecht die hem sterk beïnvloedde. In 1934 begeleidde hij met een trio Francisco Fiorentino (zanger) op Radio Belgrano. Een jaar later vormde hij een kwartet met pianist Lalo Scalise, bandoneonspeler Gabriel Clausi en violist Antonio Rodio, als begeleiding van actrice en zangeres María Luisa Notar [1] met wie hij even later trouwde.
[1]
María Luisa Notar geboren in 1898 (Buenos Aires) overleden in 1968 aldaar, was actrice en zangeres. Ze was vooral actief in het theater en later ook in films
Orquesta de todos los ritmos
Enrique Rodríguez richtte in 1936 zijn eigen orkest op. Een jaar later nam hij Roberto Flores [2] alias ‘El Chato’ aan als zanger onder de arm.
Zijn optredens hadden een gevariëerd repertoire met tango’s, walsen, milonga’s, foxtrots, pasodobles, polka’s en ranchera’s. Men noemde het uiteindelijk “la orquesta de todos los ritmos”. Hij introduceerde blaasinstrumenten en liet vrolijke of romantische nummers aan bod komen die het publiek met enthousiasme ontving. Dat betekende dat hij een manier had gevonden om op talloze feesten zonder tussenkomst van jazz- of tropische orkesten te spelen wat toem vaak de gewoonte was.
De tangouitvoeringen waren traditioneel, ritmisch en speels zoals die van Edgardo Donato en Juan D’Arienzo. Zijn muziek is eenvoudig en toegankelijk maar toch kwalitatief met goede zangers. Dit alles maakt de dansers gelukkig.
‘La colegiala’ (FOX TROT) canta Roberto Flores 1938 beluister
‘Pues quién lo tiene’ (RANCHERA) canta Roberto Flores 1938 beluister
‘A la huacachina’ (PASO DOBLE) canta Roberto Flores 1938 beluister
‘Tengo mil novios’ (V) canta Roberto Flores 1939 beluister
Let even op dit fragmentje uit ‘Tengo mil novias’
Me gustan todas
(coro) Le gustan todas.
Que voy a hacerle si soy picaflor...
Rubias... Morenas...
(coro) Tiene centenas...
Tengo un surtido de todo color...
Tengo mil novias.
(coro) Tiene mil novias.
De los amores yo soy el campeón.
Muchas novias hermosas yo tengo.
(coro) Él las tiene en la imaginación.
Ik vind ze allemaal leuk
hij vindt ze allemaal leuk (koor)
kan ik eraan doen dat ik rokkenjager ben…
blondjes… brunettes…
hij heeft er honderden…(koor)
Ik heb er diversen in alle kleuren…
Ik heb duizend liefjes
Hij heeft duizend liefjes (koor)
In de liefde ben ik de kampioen
Veel mooie meisjes heb ik
Hij heeft ze in zijn verbeelding (koor)
Het verhaal wil dat toen Rodríguez deze wals op de markt bracht, hij O.L.Vrouw van Luján een miniatuur zilveren bandoneon beloofde als het nummer een succes werd. Hij zou zijn belofte hebben gehouden. Volgens een leerjongen bij een juwelier werd de miniatuur gemaakt. De foto van dit juweel is nog steeds te zien in de winkel in de Calle Uruguay.
[2]
[2]Roberto Flores geboren als Patti, Domingo in 1907 (Buenos Aires) en overleden in 1981 (Medellín, Colombia). Hij was zanger en componeerde een 5-tal tango’s waaronder ‘Tristeza Marinero’ samen met José Dames. Hij acteerde nog in een film en ging solo. Zijn bijnaam was El Chato.
Rodriguez – Moreno
Rodríguez nam met ‘El Chato’ 35 nummers op maar de meest representatieve zanger was Armando Moreno [3] of ‘El niño’ waarmee een 200-tal opnames werden gemaakt. Ze maakten verschillende tournees door Amerika. In Colombia werden ze verafgood. In 1965 traden ze met succes op in Peru, samen met Raúl Iriarte die bij Miguel Caló zong in de jaren ’40.
‘Clavelito chino’ (CORRIDO) canta Armando Moreno 1942 beluister
‘Concierto en el parque’ (FOX TROT) canta Armando Moreno 1940 beluister
‘Los años no curan penas’ (M) canta Armando Moreno 1940 beluister
‘Que lo sepa el mundo entero’ canta Armando Moreno 1943 beluister
Enrique Rodríguez was een muzikale duizendpoot. Hij speelde naast bandoneon nog piano en viool. Soms hanteerde hij de dirigeerstok. Hij bewerkte klassieke en populaire melodieën uit verschillende landen zonder de essentie van het ritme weg te nemen. Die veelzijdigheid garandeerde zijn internationaal succes.
[3]
[3] Armando Moreno geboren als Bassi, Armando in 1921 (Arg) en overleden in 1990 (Bogotá) was een tangozanger. Hij zong vooral bij Enrique Rodríguez maar ook bij Alfredo Attadía en Domingo Federico.
Arrangeurs Armando Cupo en Roberto Garza
In 1944 wou Enrique de stijl van zijn orkest vernieuwen. Pianist Armando Cupo [4] en Cellist-contrabassist Roberto Garza [5] werden als arrangeurs aangetrokken. Ze speelden andere tango’s zoals ‘Naranjo en flor’ , ‘La vi llegar’ , ‘Así nació este tango’ en ‘El africano’.
Het publiek smaakte de verandering niet en beide heren konden vertrekken. Rodriguez keerde terug naar de oude stijl voor de rest van zijn carriére. Roberto Garza en Armando Moreno gingen samenwerken en dit luidde het einde in van Rodriguez – Moreno, alhoewel.
‘El africano’ instrumentaal 1945 beluister
‘Naranja en flor’ canta Armando Morena 1944 beluister
Nog andere zangers werkten met Rodriguez: Ricardo Herrera, Fernando Reyes, Omar Quirós, Roberto Videla, José Torres, Oscar Galán, Ernesto Falcón, Cruz Montenegro en Dorita Zárate. Maar het is ongetwijfeld Armando Moreno die zijn sporen naliet, hij kwam dan ook in 1951 en 1958 even terug.
‘Lagrimitas de mi corazón’ (V) canta Fernando Reyes 1947 beluister
’Te quiero igual’ canta José Torres 1949 beluister
’Sonia’ (FOX TROT) canta Armando Moreno 1959 beluister
‘Zorzal‘ (M) canta Dorita Zaráte 1969 beluister
‘El Guardian’ (V) canta Osvaldo Cruz Montenegro 1970 beluister
In 1966 begon hij zich op aanraden van zijn platenmaatschappij te presenteren als “Enrique Rodríguez y su orquesta de todos los ritmos”, waarmee hij in de ogen van sommige puristische tangofans het oordeel bekrachtigde dat hij een aanslag op het genre was.
[4] – [5]
[4] Armando Cupo geboren 1921 (Buenos Aires) en er overleden 1990 was muzikant, arrangeur, orkestleider en componeerde enkele tango’s. Hij stichtte mee het Sexteto Mayor.
[5] Roberto Garza geboren als García López, José geboren 1912 (Buenos Aires) en overleden 1981 was een bandoneonspeler en componeerde 7 tango’s waaronder ‘No te apures Carablanca’ , ‘Soledad de las Barracas’ en ‘Sosiego en la noche’.
Enrique Rodriguez als componist.
Hij componeerde een 70-tal nummers zoals ‘Amigos de ayer’ , ‘En la buena y en la mala’ , ‘Iré’ , ‘Lagrimitas de mi corazón’ , ‘Llorar por una mujer’ , ‘Son cosas del bandoneón’ , ‘ Yo también tuve un cariño’ en ‘Tengo mil novias’ – wat een van zijn grootste successen was – allemaal met teksten van Enrique Cadícamo. Verder nog ‘Adiós, adiós amor’ , ‘Cómo has cambiado pebeta’ , ‘Flor de lis’ en ‘Sandía’ .
’Son cosas del bandoneón’ canta Roberto Flores 1939 beluister
‘Iré’ canta Armando Moreno 1943 beluister
‘Lagrimitas de mi corazón’ canta Fernando Reyes 1947 beluister
‘Llorar por una mujer’ canta Armando Moreno 1941 beluister
Uitgebreide lijst met composities op volgende pagina